Licht en speels, prachtige fantastische wezens - nimfen. Ze zijn in elk gefluister van de wind en het gekabbel van het water - de goddelijke geesten van de moeder van de aarde. Hun huis is de hele natuur: bergen, bossen, rivieren, velden. Alles ademt, kookt, zwelt vanwege hun rusteloze ijver. Ze werden waargenomen door de oude Grieken. Riviernimfen vestigen zich in beken, kleine stroompjes en bronnen, leven niet in stilstaand water. Kwetsbare wezens die kunnen sterven als de bron opdroogt.
De nimf van de Rijn. Ons programma draagt de naam van een verzameling van twaalf delicate sonates, vol roering en speelsheid. Geschreven voor twee viola’s da gamba, in 1702 uitgegeven door Johan Schenck in Amsterdam.